1.6. Duurzaamheid – een tijdlijn
8 minuten
“Ik wil een pleidooi houden voor de Natuur, voor wildheid en absolute vrijheid, en deze plaatsen tegenover burgerlijke vrijheid en beschaving. Ik wil de mens niet beschouwen als lid van de samenleving maar als bewoner, die deel van én één met de Natuur is. Ik wil mijn standpunt zonder voorbehoud en zo radicaal mogelijk duidelijk maken, want verdedigers van de beschaving zijn er genoeg: de predikant, het schoolbestuur – en ook u allen hier aanwezig is dat toevertrouwd.”
Henri David Thoreau – 1851
(Thoreau, H.D., 2017)
Op de tijdslijn kan je data aanklikken. Ze geeft een overzicht van een aantal belangrijke stappen in de ontwikkeling van het hedendaagse duurzaamheidsdenken. Deze lijn is niet volledig, daarvoor zijn er teveel belangrijke gebeurtenissen, bewegingen, stromingen, onderzoekers, activisten en beleidsmakers geweest. We beperken ons hier tot enkele 'mijlpalen'.
... tot de 17de eeuw: door de eeuwen heen hebben samenlevingen voor diverse duurzaamheidsuitdagingen gestaan. Een drietal voorbeelden:
-
Romeinse tijd en middeleeuwen: Al in de Romeinse tijd beschermden lage ringdijken kleine akkers. Ook in de Middeleeuwen zijn al vroeg plaatselijk dijken aangelegd. Een belangrijk deel van de huidige zee- en rivierdijken dateert uit de late Middeleeuwen (Landschap in Nederland, De rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2020).
-
Tempelstad Angkor Wat, Cambodja (9de-15de eeuw): Vanaf het begin speelde water een centrale rol in de ontwikkeling van Angkor Wat. Daarom wordt deze tempelstad ook een ‘hydraulische stad’ genoemd. Kanalen en reservoirs hielpen om water uit de heuvels op te vangen en te bewaren. Via omleidingen werd overtollig water naar het Tonlé Sapmeer afgevoerd. Moessonregens, die volgden op een lange periode van droogte, beschadigden de infrastructuur van de stad. Dat leidde tot de ondergang ervan (Lovgren, S., 2017).
-
16de-19de eeuw: Problemen met water (o.a. door turfwinning) dwingen tot drooglegging van plassen en meren met behulp van wind- (of Polder-)molens (De bosatlas van duurzaamheid, 2019).
1713: Hans Carl von Carlowitz, een mijnbouwadministrateur in Duitsland, gebruikte als eerste het begrip duurzaamheid in een uitgebreide verhandeling over bosbouw. De schaarste aan hout, eerder dan de ertsontginning zelf, zou volgens hem een rem kunnen zetten op de mijnbouwontwikkeling. De natuur staat hier nog volledig ten dienste van de menselijke activiteiten. (Grober, U., 2013)
Terug naar de tijdlijn
1892: De Sierra Club in Californië, onder impuls van John Muir, staat symbool voor de opkomst van de natuurbehoudsbeweging. Van meet af aan lag de focus van deze club ook op de beïnvloeding van de politieke besluitvorming. Hun missie luidt: "To explore, enjoy, and protect the wild places of the earth; to practice and promote the responsible use of the earth's ecosystems and resources; to educate and enlist humanity to protect and restore the quality of the natural and human environment; and to use all lawful means to carry out these objectives." John Muir was de inspirator achter het Yosemite National Park (1890), het eerste grote nationale park in de VS. (Sierra Club Mission Statement, 2020)
Terug naar de tijdlijn
- 1948: De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) werd aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties om de basisrechten van de mens te omschrijven. Deze Verklaring vormt ook de basis voor Peace en Partnership (de vierde en vijfde P in het 5P-model).
Vooral als algemene morele en juridische standaard, als vaak gebruikte bron voor een nieuw internationaal verdrag of een nationale grondwet, en als basis van het werk van mensenrechtenactivisten en -organisaties is deze verklaring van grote betekenis.
De UVRM is gericht naar staten, organen/bedrijven en individuen. In strikte zin is de UVRM niet bindend. Maar rechters hebben in vele landen in verscheidene uitspraken naar de UVRM verwezen en doen dat vandaag de dag nog steeds.
Deze mensenrechten worden systematisch meegenomen in alle later opgestelde Agenda’s van de Verenigde Naties, zo ook in de ‘Agenda 2030: transforming our world’ (zie 1.5.2.5 De Sustainable Development Goals), waar de SDG’s geïntroduceerd worden. 156 van 169 subdoelstellingen uit deze Agenda zijn gelinkt aan de universele mensenrechten. (Wollaert, P., 2020)
- 1955: Zuid-Zuid Samenwerking (ZZS): In 1955 organiseerden landen uit het Zuiden de Bandungconferentie om onderlinge samenwerking te bevorderen en zich af te zetten tegen het neokolonialisme. Deze conferentie was belangrijk voor de creatie van de Beweging van Niet-Gebonden Landen in 1961. Deze landen wilden een eigen benadering van ontwikkelingssamenwerking vooropstellen. Zij wilden de samenwerking als horizontaal ervaren. Het gaat dus niet om een (rijk) land A dat een (arm) land B hulp geeft, maar wel om het uitwisselen en delen van ervaringen tussen gelijkwaardige landen die complementair zijn.
Met de ZZS als kader richtte China als voortrekker van de opkomende economieën in 2015 twee fondsen op (waarde van 5,1 biljoen dollar) om ontwikkelingslanden te helpen klimaatverandering en ontwikkelingsproblemen aan te pakken. ZZS speelt ook een belangrijke rol in de realisatie van de Agenda 2030 en de Sustainable Development Goals (SDG’s) (zie ook 1.5.2.5. De Sustainable Development Goals). (Schaeken, S., 2017)
1972: De Club van Rome werd in 1968 opgericht door Europese wetenschappers die hun bezorgdheid over de toekomst van de wereld kenbaar wilden maken. Ze kreeg in 1972 in één klap bekendheid met haar rapport Limits to Growth (Meadows, D., 1972) . Dat legt een verband tussen economische groei en de gevolgen daarvan voor het milieu. Het rapport voorspelde dat grondstofvoorraden over enkele decennia uitgeput zouden geraken.
Terug naar de tijdlijn
1987: Brundtlandrapport (zie 1.5.1. Het Brundtlandrapport: de klassieke definitie): Duurzame ontwikkeling kreeg zijn moderne, formele invulling in het Brundtlandrapport ‘Our Common Future’ (Verenigde Naties: World Commission on Environment & Development, 1987), genoemd naar de toenmalige Noorse premier Gro Harlem Brundtland.
De belangrijkste conclusie van het rapport luidde, dat de grootste mondiale problemen het gevolg waren van de armoede in het ene deel van de wereld, en de niet-duurzame consumptie en productie in het andere deel van de wereld.
Duurzame ontwikkeling betekent in dit rapport (United Nations, 1987):
"Een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in gevaar te brengen".
Terug naar de tijdlijn
1992: De Rio ´92 Earth Summit was een conferentie van de Verenigde Naties rond milieu én ontwikkeling in Rio de Janeiro, Brazilië. Doel was “a blueprint to rethink economic growth, to advance social equity and to ensure environmental protection.” Resultaat van de Summit was de Agenda 21 (UN Department of Economic and Social Affairs, 1992), waarin een reeks duurzaamheidsprincipes werden voorgesteld, zoals normativiteit, rechtvaardigheid en integratie, die het concept duurzaamheid uitdiepen. Deze topontmoeting bracht het publieke debat rond de opwarming van de aarde op gang. (UNCED, 1992)
Terug naar de tijdlijn
1997: Het triple P-model van John Elkington (zie 1.5.2.1. Triple P-model (zwakke duurzaamheid) )vindt zijn oorsprong in de voorstelling van duurzame ontwikkeling door John Elkington in zijn boek ‘Cannibals with forks’ (Elkington, 1997). Drie even grote cirkels van gelijke omvang (People, Planet, Profit) overlappen elkaar. In de doorsnede bevindt zich de duurzame ruimte.
Elkington daagde bedrijfsleiders uit niet enkel hun winsten te becijferen en te rapporteren, maar ook de ecologische en de sociale impact van hun bedrijf in kaart te brengen.
Terug naar de tijdlijn
2000: 189 landen ondertekenden in 2000 de United Nations Millenium Declaration (Millenium Declaration, 2000). Daarmee verbonden ze zich ertoe om de Millenniumdoelstellingen (Millennium Development Goals of MDG’s) te behalen en zo armoede de wereld uit te bannen. De Millenniumdoelstellingen zijn vertaald in acht concrete doelen, die in 2015 moesten worden bereikt. Duurzame ontwikkeling werd hierbij vooral beschouwd als een sociale ontwikkelingsagenda. (Millenium Declaration, 2000)
2012: Rio + 20. Deze VN-conferentie vond plaats twintig jaar na Rio ’92, ook gekend onder de noemer ‘Top van de Aarde 2012’. De bedoeling was om economische en milieudoelstellingen op elkaar af te stemmen. Met ondermeer de centrale vraag: hoe kunnen we met een groene economie de mensen uit de armoede halen?
Terug naar de tijdlijn
2015: SDG’s volgen de MDG’s op. Zoals geduid in 1.5.2.5. De Sustainable Development Goals kunnen we ons denken over en werken aan duurzame verandering linken aan de mondiale evolutie rond duurzame verandering. De VN nodigt ons uit met de ‘Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling’ (SDG’s.be, 2016) als richtsnoer de 17 Sustainable Development Goals te behalen tegen 2030.
Terug naar de tijdlijn
Steeds meer instellingen en organisaties gebruiken dit SDG-kader om hun visie rond duurzaamheid richting te geven, te duiden en errond te sensibiliseren.
Deze VN-agenda is direct gelinkt aan de UVRM.
Ban Ki-moon zei hierover:
“The Agenda 2030 reminds us that human rights include the right to development, and that society is only as strong as its weakest member. The integrated, indivisible and universal nature of the 17 Sustainable Development Goals is deeply rooted in universal human rights.”
(United Nations, 2015)
- Inleiding
-
Hoofdstuk 1
- 1.1. Wat is duurzaamheid voor jou?
- 1.2. Goed leven met respect voor de natuur
- 1.3. Een waaier aan denkkaders
- 1.4. Duurzaamheid – geen eenduidig verhaal
- 1.5. Duurzaamheid: begripsbepaling
- 1.6. Duurzaamheid– een tijdlijn
- 1.7. Complexe duurzaamheidsuitdagingen – enkele invalshoeken
- 1.8. Hoe sterk is je duurzaamheidsreflex in het dagelijkse leven?
- 1.9. Besluit: rol én impact van onderwijs?
-
Hoofdstuk 2
- 2.1. Duurzaamheid in een opleiding/opleidingsonderdeel
- 2.2. Onderwijzen OVER duurzaamheid
- 2.3. Onderwijzen VOOR duurzaamheid
- 2.4. Duurzaamheidscompetenties evalueren
- 2.5. Werken aan duurzaamheid op opleidingsniveau
- Hoofdstuk 3
- Bronnenlijst