1.3. Een waaier aan denkkaders
1.3.1. Diverse stromingen en interpretaties
15 minuten
Hopwood brengt de verschillende interpretaties van en visies op duurzame ontwikkeling samen in onderstaand schema (Mapping the views on sustainable development, 2010).
Bekijk voor je het schema exploreert, eerst dit Introductiefilmpje.
Verken nu het schema van Hopwood :
Schema naar Hopwood et al., 2005
De X-as geeft een continuüm weer gaande van weinig tot veel aandacht voor de milieucomponent van duurzame ontwikkeling. Op de Y-as zien we een continuüm van weinig tot veel aandacht voor de sociaal-economische component van duurzame ontwikkeling.
|
Status quo interpretaties - een blijvende economische groei met een hoge eco-efficiëntie. Men wil economie en milieu verzoenen door met minimale ingrepen toch milieuvriendelijker te werken. Ook wel omschreven als business as usual, of zwakke duurzaamheid |
|
Hervormingsgerichte interpretaties - een grondige hervorming van onze markten en overheidsstructuren; ook wel omschreven als strategische duurzaamheid |
|
Transformatieve interpretaties - een nieuwe visie ontwikkelen op wat een kwaliteitsvol leven inhoudt; ook wel omschreven als sterke duurzaamheid |
Klik op de drie vlakken in het schema voor de kenmerken van deze opvattingen. Hieronder lees je ze in chronologische volgorde.
|
Status quo interpretaties: business as usual, of zwakke duurzaamheid |
- Geen fundamentele verandering nodig aan politieke en economische structuren, machtsrelaties en -verhoudingen.
- Verdere economische groei, de markt heeft een centrale rol.
- Technologische ontwikkeling met hogere eco-efficiëntie.
- Bedrijven - en daaraan verbonden beurzen en aandeelhouders - staan centraal.
Voorbeeld van een economisch model:
de Milieu-KuznetsCurve
Een belangrijk model binnen de status quo visie op duurzame ontwikkeling is de zogenaamde ‘Milieu-Kuznetscurve’. Deze curve verwierf grote bekendheid door een rapport van de Wereldbank uit 1992. Volgens dit model, ontwikkeld door de economen Gene Grossman en Alan B. Krueger (in Van Oyen, 2013), zal in de eerste fase van economische groei milieuverontreiniging doorgaans toenemen (o.a. gelinkt aan de ontwikkeling van zware industrie). Als die economische groei aanhoudt en voor duurzame welvaartsgroei zorgt, zal de milieuverontreiniging echter opnieuw afnemen. Reden is dat de behoefte aan een schoner milieu toeneemt bij een bevolking met een hoger welvaartsniveau (die ook meer geld kan besteden).
Schema naar Van Oyen, S, 2013
De Milieu-Kuzenetscurve
Deze curve (Van Oyen, S, 2013) is afgeleid van de oorspronkelijke Kuznetscurve over ongelijkheid, een theorie uit de jaren vijftig van de 20ste eeuw. Volgens die theorie neemt de ongelijkheid bij economische ontwikkeling eerst toe, maar in een volgende fase van groei neemt ze automatisch weer af. Vanaf de jaren 80 kreeg deze theorie meer kritiek. Die kritiek gaf ook Thomas Piketty in ‘Capital in the Twenty-First Century’ (2014). Piketty stelt dat ongelijkheid vooral zal afnemen via structurele herverdelingsmechanismen.
Schema naar Van Oyen, S, 2013
Voorbeeld van een beweging: ‘Ecomodernisme’ of ‘Ecological modernizers’
In hun duurzaamheidsdiscours drukken de ecomodernisten scherp hun geloof uit in technologsiche vernieuwingen en economische groei. Deze visie ligt aan de grondslag van dit ecomodernistisch manifest (Ecomodernist Manifesto, 2015):
“Wij academici, wetenschappers, campagnevoerders en burgers schrijven dit manifest in de overtuiging dat verstandig toegepaste kennis en technologie kunnen zorgen voor een goed en zelfs een groots Antropoceen. In een goed Antropoceen gebruikt de mens zijn groeiende sociale, economische en technologische vaardigheden om het leven beter te maken, het klimaat te stabiliseren en de natuur te beschermen.
Hierbij onderschrijven wij een oud ideaal, namelijk het idee dat de mensheid haar impact op het milieu moet verkleinen om plaats te maken voor natuur. Maar tegelijk verwerpen we het idee dat menselijke samenlevingen in harmonie moeten leven met de natuur om zo een economische en ecologische ineenstorting te vermijden.
Het intensiveren van tal van menselijke activiteiten (zoals landbouw, energiewinning, bosbouw en stadsontwikkeling) met als doel minder land te gebruiken en de impact op het milieu te verminderen, is de sleutel tot het loskoppelen van menselijke ontwikkeling en natuur. Deze socio-economische en technologische processen staan centraal in de economische modernisering en de milieubescherming. Samen zullen zij ons in staat stellen om de klimaatverandering binnen de perken te houden en armoede te verlichten.”
Een overzicht van wie dit onderschreven heeft, vind je op hun homepagina.
Terug naar schema
|
Hervormingsgerichte interpretaties: strategische duurzaamheid |
- Overheid in sturende rol, want hervorming van markten en overheidsstructuren is noodzakelijk.
- Belang van investeringen in groene technologie en het tegengaan van marktfalen door een verandering in belastingstructuren (o.a. CO2-taks, vermogensbelasting, …) en subsidies.
- Binnen de huidige politieke en economische structuren kunnen oplossingen voor duurzaamheidsproblemen ontstaan, mits grote veranderingen in het beleid en op basis van een goed onderbouwde argumentatie.
- Belang van politiek lobbywerk en samenwerking met bedrijven.
- Dit soort visies op duurzame ontwikkeling domineert binnen de academische wereld, het beleid en bij mainstream NGO’s.
Voorbeeld van een economisch model:
Blue economy, Gunter Pauli
In het boek Blue Economy, maar ook via zijn website en blog, gaat Gunter Pauli (2020), ook wel de " Steve Jobs of sustainability" genoemd, op zoek naar opportuniteiten om de schaal van verduurzaming te vergroten.
“Time has come to shift towards a competitive business model that responds to the basic needs of all, with what is locally available. We need a model that allows producers to offer the best at the lowest prices, by introducing innovations that generate multiple benefits, not just increased profits. This economic philosophy was first introduced in 1994 by Prof. Gunter Pauli, when asked by the United Nations to reflect on the business models of the future, in preparation for COP3 in Japan where the Kyoto Protocol was decided….
The Blue Economy applies to any business sector and in addition to the reinjection of cash into the local economy, and the use of locally available resources. It is dedicated to eliminate whatever is not needed. A battery is not replaced by a green battery, it is simply substituted by an energy system for mobile electronic devices and power storage that does not rely on metal-based (and mining driven) batteries. This represents massive savings in material and costs, while reducing the ecological footprint on the environment and the health risks to the citizens of this world.
The Blue Economy is not tailored to the large corporations, which have an established business model that will be hard to change. The Blue Economy rather inspires the young and the entrepreneurial minds and offers a broad platform of innovative ideas, that have been implemented somewhere in the world to demonstrate that the future is bright - provided we go beyond the known and the obvious.”
Voorbeeld van een beweging:
11.11.11
De koepelorganisatie 11.11.11 (2020) wil naast haar fondsenwervende acties en sensibilisering rond ontwikkelingsprojecten in het zuiden, politici en het beleid stimuleren na te denken en acties te ontplooien rond ongelijkheid, duurzaamheid en rechtvaardigheid wereldwijd.
In haar sociaal-economische standpunten pleit deze koepel voor een systeem van internationale financiering voor sociale bescherming.
Zonder controlemechanismen op de vrije markt vergroot de ongelijkheid. Enkel dankzij een goede sturing door de overheid kan de vrije markt een belangrijke rol spelen in de bestrijding van armoede en ongelijkheid.
Deze beleidsbeïnvloeding doet 11.11.11 samen met 20.000 vrijwilligers en de leden in eigen land (tientallen ngo’s, vzw’s, vakbonden etc.), met de partnerorganisaties in het Zuiden en via internationale netwerken van gelijkgezinde organisaties.
Terug naar schema
|
Transformatieve interpretatie: sterke duurzaamheid |
- Nieuwe visies ontwikkelen op wat een kwaliteitsvol leven inhoudt.
- Bestaande machtsstructuren, maar ook wereld- en mensbeelden, fundamenteel veranderen. Het beeld over de relatie van de mens met de natuur en de samenleving veranderen. Centraal staan nieuwe paradigma’s en wijzigingen in de systemen die de basis vormen van onze maatschappelijke ontwikkeling, zoals het energiesysteem, het mobiliteitssysteem, het voedselsysteem, het huisvestingssysteem, het materialensysteem, het gezondheidssysteem, etc. (Van Poeck et al., 2017).
- Naast aandacht voor efficiëntiedenken ook aandacht voor het sufficiëntiedenken. De term sufficiëntie verwijst naar ‘genoeg’. Maar hoeveel is ‘genoeg’? Niet enkel de economie moet het goede leven bepalen, schreef onder meer W. Sachs (1999). Nieuwe modellen van kwaliteitsvol leven komen dan voorop te staan. Essentieel is de vraag of duurzaamheid dan nog geïntegreerd kan worden in een benadering die blijft vertrekken van economische groei.
- Pleidooi voor lokale controle over middelen en processen.
Voorbeeld van een economisch model:
Donutmodel
Schema naar Raworth, K.,2017
Het Donutmodel van econoom Kate Raworth biedt een alternatief kompas voor duurzame ontwikkeling. Ze ontwikkelde dit model voor het Oxfamrapport A safe and Just Space for Humanity en werkte het verder uit in haar boek Donuteconomie: in zeven stappen naar een economie voor de 21ste eeuw (Raworth, K.,2017).
De binnenste rand stelt de sociale ondergrens voor, of ons ‘sociaal fundament’, met als centrale vraag of de actuele ontwikkeling sociaal rechtvaardig is voor elke aardbewoner, hier én elders, op dit moment én later (People).
De ruimte tussen het planetaire plafond (Planet) en de sociale basis (People) heeft de vorm van een donut. In die donut kan de mens veilig én rechtvaardig een samenleving vorm geven. Dit is de beschikbare ruimte voor economische ontwikkeling of ‘the safe and just space for humanity’ (Prosperity). Onder economische ruimte verstaat Kate Raworth een ruimte waarin tal van afspraken gemaakt worden, zaken georganiseerd worden, producten en diensten uitgewisseld worden, herverdeling georganiseerd wordt, etc. Veel breder dus dan de eerder beperkende betekenis van economie ‘als een ruimte van oneindige groei om winst te creëren’.
In paragraaf 1.5.2.3. gaan we verder in op dit model.
Voorbeeld van een beweging
Degrowth-movement
De bottomline van de degrowth-beweging is: “Van groeireligie naar welvaart zonder groei”.“Deze academische beweging bouwt voort op termen die vooral door milieuactivisten in het globale Zuiden gelanceerd werden: milieuracisme, de milieustrijd van de armen, biopiraterij, ecologische schuld, klimaatrechtvaardigheid, ‘landgrabbing’, etc. Volgens Joan Martinez Alier, Leah Temper, Daniela Del Bene en Arnim Scheidel, die het wetenschappelijk artikel ‘Is there a global environmental justice movement?’ publiceerden, werden deze termen door politieke ecologen en ecologische economen overgenomen en voegden die laatsten mathematische concepten toe, concepten zoals ‘ecologisch ongelijke ruil’ en ‘ecologische voetafdruk’. Sommige mensen zijn dit geheel van ideeën en concepten een ideologie gaan noemen. Die ideologie wordt omschreven als het ‘ecologisme’ en is anders dan het neoliberalisme en communisme … Het macro-economische ecologisme baseert zich op harde meetbare wetenschap.” (Meynen, 2020)
Terug naar schema
- Inleiding
-
Hoofdstuk 1
- 1.1. Wat is duurzaamheid voor jou?
- 1.2. Goed leven met respect voor de natuur
- 1.3. Een waaier aan denkkaders
- 1.4. Duurzaamheid – geen eenduidig verhaal
- 1.5. Duurzaamheid: begripsbepaling
- 1.6. Duurzaamheid– een tijdlijn
- 1.7. Complexe duurzaamheidsuitdagingen – enkele invalshoeken
- 1.8. Hoe sterk is je duurzaamheidsreflex in het dagelijkse leven?
- 1.9. Besluit: rol én impact van onderwijs?
-
Hoofdstuk 2
- 2.1. Duurzaamheid in een opleiding/opleidingsonderdeel
- 2.2. Onderwijzen OVER duurzaamheid
- 2.3. Onderwijzen VOOR duurzaamheid
- 2.4. Duurzaamheidscompetenties evalueren
- 2.5. Werken aan duurzaamheid op opleidingsniveau
- Hoofdstuk 3
- Bronnenlijst